Ga naar de pagina-inhoud

Track by track "De Ideale Man"

 

1) De Ideale Man

Je moet in deze tijd de titel van je plaat en je toer erg vroeg prijsgeven, dit nummer was al af, vandaar.

Toen de hele plaat klaar was bleken alle ik-figuren mannen te zijn met kosten aan (gekneusde zielen, mooipraters, simplisten, neuroten, psychopaten etc.).

Ik ken al die personages wel persoonlijk … Kortom; een autobiografisch plaatje.

Het deksel van het kleinste potje uit onze keuken zal nog een tijdje gemist moeten worden, want dat is ingepikt voor die New Orleans Second Line Beat, je vindt namelijk niet zomaar een potdeksel dat toevallig in G staat.

2) Zelden of nooit

We waren gestart met 30 nummers, dit nummer lag er eigenlijk in de eerste selectieronde al uit, wegens té Schlagertekst en té samba, maar ik hou van Schlagers en van samba, trouwens we leven toch in het tijdperk van Tom Waes!
Maar toch was producer Jo Francken onvermurwbaar en had zoals altijd gelijk.
Ik heb dan geprobeerd een Schlagertekst te maken met “genrefoutjes” waardoor de zanger, die per definitie een charmeur hoort te zijn, zich geleidelijk verraadt als rotzak.
De wilde accordeonsolo van Mike Smeulders stond er meteen op, ik zag Emile weifelend naar zijn viool kijken “shit nu wij nog”, dat heet mekaar opjutten ofzo …
Het volle ge-Samba is uiteindelijk uitgesteld tot de eindrefreinen, live kan ik, dat ik dat niet beloven.

3) In de plooi

Ik wil niet gevangen zitten in de meningitis of de normen van iemand anders, maar die vrijheid nemen lukt me vaak niet. Iemand zei dus terecht: "Oei er zitten ook Science Fiction-liedjes tussen".

Ik hoorde de muziek van Piet (Van den Heuvel ), en voelde meteen: "Dat is het!".

Maar dan komt het pijnlijke besef; ik mag het niet verknoeien met de tekst.

Die intro noemen wij “zingende kippen”, je hoort namelijk zo weinig zingende kippen deze dagen … (of teveel ...)

4) Een echte vrouw

Is eigenlijk “A woman’s worth” van Alicia Keys, maar dan in het Nederlands.
We doen telkens minstens één cover.
‘t Was wel eens Bob Dylan.
Onze jongste dochter heeft geen muziek van Dylan op haar iPod staan maar Alicia Keys is juist wél haar muziek.
De bekendste fan van Alicia Keys is vreemd genoeg Bob Dylan (“There is nothing about that girl that I don’t like..”).

Mijn broer/ baas had mij uitgedaagd; probeer “A woman’s worth”.
Ik antwoordde: geen probleem, iedereen weet dat ik de Vlaamse Alicia Keys ben…
Zij soult “Ik wil verwend worden omdat ik dat verdien”, zoiets letterlijk vertalen is voor een man niet echt een aanrader.
Dus het is een antwoord geworden op haar tekst, gebouwd rond een citaat van Tolstoj ("happy people have no stories") uit Anna Karenina, een boek dat we vroeger moesten lezen op school.
Mocht Alicia langs deze weg trompettist Bert Joris leren kennen dan zit de kans er in dat ze hem vraagt voor haar volgende plaat. Ik vrees wel dat ze mij nooit gaat vragen als backing vocal.

5) Matonge

Ik ken Matongé (officieel "de Brusselse Congolese wijk", maar de tijden veranderen) al sinds The Radios. We gingen er levensgevaarlijke haarwax kopen, waarmee je kapsels kon maken die een hele zomer overeind bleven, het waren de nineties.
Ronny en Robert Mosuse hebben er hun vader terug gevonden, spijtig genoeg vlak voor zijn dood.
Matongé is nu eerder een winkelcentrum en een uitgaansbuurt dan een woonbuurt. Ik ken wat Brusselse Congolesen, de mening dat die buurt haar pluimen kwijt is deel ik niet.
Gek genoeg zijn begrafenissen er vaak heel feestelijk.

Een liedje over Matongé als reden om iets te mogen doen met de Congolese prachtgitarist Dizzy Mandjeku bv., vaker in Congo dan hier en meestal op toer nog ergens anders.
Dizzy is 65 en was o.a. gitarist van More Kanté.
Onze gitarist Emile Verstraeten is zo wit is als een wit konijn maar heeft veel Afrikaanse familie, stamboom op verzoek.
Dankzij Pasteur Ghimbi vonden we zo’n echt Brussels-Congolees kerkdameskoortje. Ze vroegen of we een Congolees accent wilden met een dikke R. Dat blijkt in deze tijd zoiets te zijn als aan mij vragen om een tv-show te presenteren in het Jos Bosmans. Dus dan maar niet.

6) Rood in Parijs

Mensen die ooit eigenhandig met de auto Parijs doorgesukkeld zijn, hebben vaak hetzelfde verhaal; iets over blijven hangen op die rotonde aan de Arc de Triomphe. Voor je die rotonde opgaat kan je beter een man met een plan zijn.
Ik heb er ook al staan aanschuiven en kan mij, in gedachte, moeiteloos terug naar dat moment brengen.
Het volstaat vervolgens om de knop van mijn verbeelding op het standje “neuroot” te zetten, en je krijgt bv. “Rood In Parijs”.
Ik ben daar niet trots op maar het is wel zo.
De muziek lijkt op iets tussen Bertolt Brecht in zijn Hanns Eisler periode en een rare tango, er zit ook nog een muzettewalsje voor dat ik vroeger maakte voor de poppenkast van ons moeder.

7) Het Menselijk Brein

Mijn vader vreest Alzheimer, daar heeft hij reden toe, hij had onlangs een herseninfarct.
Gekke speling van het lot want hij was al hartlijder en kankerpatient, ‘t is toch weer een nieuwe wending.
Mijn vader is in relatief goede gezondheid en een filosofische man, die vermoedelijk nooit zijn gevoel voor humor zal verliezen.

Hij is de rechtstreekse aanleiding.

De oude Claus speelde dagelijks mee met TV-kwissen in verschillende talen, hij wilde zo zijn hersenen blijven trainen, ik merk bij mijn vader dezelfde reflex.
We leerden op Mano Mundo de Murga Armada kennen. Zij speelden daar na ons.
Murgas zijn een typisch Argentijns fenomeen, maar in deze Antwerpse Murga spelen er naast Argentijnen ook Cubanen, Mexicanen, meisjes uit Merksem en gasten uit Deurne-Zuid mee.
Ze hebben ook met ons meegespeeld op het Sfinksfestival, ze grooven alle pannen van het dak.
De sitar werd vanuit India in de Europese muziek binnengebracht door George Harrisson van The Beatles, maar ook door Mike Smeulders die een muziekwinkel heeft in Kalmthout.
Sinds Sfinks weten we dat Abdellah Marrakchi, de derboukanspeler in dit nummer, een prachtige Arabische zanger is, maar je hoort hier nog een extra stem; namelijk Harvey Quinnt (bekend van de gelijknamige plaat en in wezen een Belg!).

8) Vervaldag

Ik wilde al heel lang een compositie van Jan Leyers doen, we kennen elkaar bijna een leven lang en ik ben al even lang fan.
Jan is natuurlijk goeie zangers gewend, waaronder zichzelf, maar ondertussen ben ik voor mijn eigen gevoel goed genoeg geworden, vroeger was dat anders.
Ik wist dat Jan dit had en ik wist ook dat het oorspronkelijk een heel ander doel had, dat komt nog wel eens uit.
Nu durfde ik mezelf opdringen en zeggen; laat mij maar begaan met de woorden en de verpakking. De verpakking werd uiteindelijk: bijna geen.
Het nummer was oorspronkelijk Engels, funky en zeer opwindend en ik hoop dat die versie er ooit ook nog komt…
Nu vergeet ik bijna de strijkers van Bob Porter, den Bob is den Beste!

9) Bovenste la

Over relationele roest binnen langdurige relaties.
En dat kinderen niet alleen een zegen zijn, en ... als het maar klinkt zal ik maar zeggen.
Geert Bourgeois komt dan ook vooral voor om rijmtechnische redenen.
Politici moeten hard werken in grimmige omstandigheden..
Vanwege concerten in Nederland probeerden we vroeger alle Vlaamse verwijzingen te vermijden, daar zijn we ondertussen van teruggekomen.
We hebben daar al een paar keer een festival op gang gespeeld met dit liedje, hoewel dan later bleek dat ze in Apeldoorn of Eindhoven de uitdrukking “In iemands bovenste la liggen” volstrekt niet begrijpen.
Maar het is reggae en ze hebben een gedoogbeleid...

10) De ondoordringbaarheid van Mortsel

Mortsel mag dan geen metropool zijn, de ondoordringbaarheid is plaatselijk wereldberoemd, zozeer zelfs dat autorijders echt liever 25 kilometer omrijden.
Kortom; voor de milieubewuste éénbaansstad Mortsel; hip, hip, hip...
(ik wil geen ambras, met niemand)
Die tabla’s dat zijn eigenlijk udu’s, Piet en Ivan spelen allebei udu, in dit geval samen, intussen vind ik geen enkel vreemd instrument nog vreemd …

11) Een winnaar is veel mooier

Ik zat naast de grote Nederlandse sportpresentator Mart Smeets bij Leonard Cohen in Gent, ik benijd hem, hij mag in zijn beroep mensen echte heldenstatus geven; Elfstedengoden, Tourreuzen… Nederlanders houden daarvan..

Belgen houden meer van winnaars die het net niet halen, goden die mensen blijken zoals u en ik, spijtig eigenlijk… Waar is de grandeur? Waar zijn de dramatische risico’s? Waar is de heroische zelfoverschatting die er soms toe leidt dat mensen zichzelf overstijgen?
Alleen Belgen begrijpen wat je bedoelt met; een winnaar is veel mooier als het een verliezer is. Dat is tegelijk onze kracht en ons drama.

Ivan Smeulders arrangeerde voor de Murga Armada-blazers, Argentijnse Balkan uit Ekeren dus.

12) Terlenka

In de jaren zeventig zat ik in het Heilig Pius X instituut. Geen uniformschool, maar jongens uit betere kringen droegen toen grijze Terlenka-broeken met messcherpe vouw, vaak gecombineerd met een blauwe blazer.

Mijn ouders waren hippies, dat betekende voor mij, in het beste geval, een Wrangler broek (een jeansbroek in zetelstof).
De eeuwige grap van de Terlenkajongens was “van welk stort komen jouw kleren?” .
Ik heb me dat nooit aangetrokken... maar stel nu.
Op de begrafenis van de schoonmoeder van Hugo Matthysen, speelde The Cosy Brass Quartet “Onze Lieve Vrouw Van Vlaanderen“, troostend mooi.
Het bleek een vermaard klassiek Quartet met Euphonium en Tenorhoorn, dat hoor je zelden.
Ze zijn heel anders dan de Murgas, een klankkleur kan nooit specifiek genoeg zijn.
De muziek is van Piet, het koperarrangement van Ivan, handig zo’n groepje dat moet ik toegeven …

13) Hoe de sterren staan

Vroeger leerden we dat God Liefde was, maar ook Almachtig zonder meer.
De katholieke kerk heeft dat aangepast, god is nog enkel almachtig in zijn liefde maar bevindt zich, sinds kort en naar Grieks model, hierarchisch onder het lot. Zo moeten gelovigen niet meer vragen waar die Tsunami, Haiti, Pakistan of Nonkel Van Gheluwe voor nodig waren …
Aboriginals kan je bestellen met krijtmasker en geslachtskoker naar keuze maar hun Didgeridoo staat nooit perfect in E, met slangenbezweerders exact hetzelfde want cobra’s hebben geen absoluut gehoor.
Carlo Mertens en Dick Van der Harst hebben ons gered …
De truuk met het onderliggende tabla-bedje ken ik van bij Nusrat Fateh Ali Khan, de Pakistaanse Pavarotti die ooit op Sfinks speelde, en waar ik graag met gedeelde adoratie over praat met mijn maten van de …

14) Nachtwinkel

Jo Francken liet Piet en mij bij hem thuis de basistake doen, we mochten vertragen en versnellen zoveel we wilden.
Eigenlijk mochten we van Jo de hele plaat organisch versnellen en vertragen, alsof een plaat opnemen een natuurlijk proces is, dat voelde bevrijdend.
The New Beat zou dan toch dood zijn …
Hopelijk komt er weer een tijd dat wij Pakistan eerder met nachtwinkels dan met natuurrampen associeren …

Groeten, Bart